Hoe komt het dat godsdiensten regio's hebben?

Hoe komt het dat ze per regio verschillende Godsdiensten hadden en wat daar achter schuilt.

Ik ging opzoek naar wat daar in de Bijbel over terug te vinden is. In exodus 32 wordt aangegeven dat de wereldbevolking werd verdeeld naar de zonen van Israel. Althans zo staat het in de meeste huidige bijbelvertalingen. Dit is het moment dat de aarde opgesplitst werd in diverse volken. (Dus sowieso al bijzonder dat alle volken verspreid over de wereld dan allemaal uit de zonen van Israel zouden zijn gekomen)

Het volk Israël bijvoorbeeld als volk met een duidelijke identiteit begint zich te vormen in het boek Genesis, maar krijgt pas echt gestalte in Exodus.

Eerst dus even hoe het volk Israël als collectief herkenbaar begint te worden:


📖 Genesis 32:28

Toen zei Hij: “Uw naam zal niet meer Jakob zijn, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden en u hebt overwonnen.”

  • Toelichting: Hier krijgt Jakob de naam Israël, en zijn nakomelingen worden later het "volk Israël" genoemd.

  • Dit is dus het oorspronkelijke begin van de naam Israël, maar het gaat nog slechts om een familie.


📖 Exodus 1:7

Maar de Israëlieten waren vruchtbaar, kregen talrijke nakomelingen, en werden zo talrijk en machtig dat het land ermee werd gevuld.

  • Toelichting: Hier zien we dat de nakomelingen van Jakob (Israël) inmiddels uitgegroeid zijn tot een groot volk in Egypte.

  • Vanaf hier kun je spreken van een ‘volk Israël’ in sociologisch en historisch opzicht — een groep met gedeelde afkomst, taal en geloof.


📖 Exodus 3:10

Nu dan, kom, Ik zal u tot de farao zenden, en u zult Mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.

  • Toelichting: God noemt hen hier voor het eerst nadrukkelijk “Mijn volk”.

  • Hier wordt hun collectieve identiteit als uitverkoren volk bevestigd.


Dus:

  • Naam Israël (persoon): Genesis 32:28

  • Israëlieten als groep: Exodus 1:7

  • Israël als ‘volk van God’: Exodus 3:10


Als je de vraag stelt in de context van “wanneer bestond het volk Israël als een volk”, dan is Exodus 1–3 het meest directe antwoord. Ze worden dan niet langer als losse stammen of een familie gezien, maar als een natie in wording.

Dan reist al snel de vraag: Hoe kan Deuteronomium 32 spreken over de "zonen van Israël" bij de verdeling van de aarde, terwijl Israël als volk toen nog niet bestond?

Laten we dit goed bekijken vanuit de tekst zelf, de historische context, en wat er in de Hebreeuwse grondtekst staat. Er zit hier namelijk een belangrijk vertaal- en tekstkritisch punt.


📖 Deuteronomium 32:8 – de passage

Statenvertaling / HSV (op basis van Masoretische Tekst):

Toen de Allerhoogste aan de volken hun erfdeel gaf,
toen Hij de mensenkinderen van elkaar scheidde,
stelde Hij de grenzen van de volken vast
naar het aantal van de zonen van Israël.

👉 Probleem: Deze passage gaat over de verdelen van de volkeren na Babel (Genesis 11) — ver vóór Abraham, laat staan zijn kleinzoon Jakob (Israël).
Israël bestond toen helemaal nog niet.


📜 Wat staat er in de oorspronkelijke Hebreeuwse teksten?

Er zijn twee belangrijke tekstgetuigen met een verschil:

1. Masoretische Tekst (MT) – de klassieke Hebreeuwse tekst:

  • Zegt: "zonen van Israël" (בני ישראל)

  • Hierop zijn de meeste traditionele vertalingen gebaseerd (Statenvertaling, HSV, NBG ’51)

2. Dode Zeerollen (Qumran) en Septuaginta (LXX) – oudere tekstvarianten:

  • Zeggen: "zonen van God" (בני אלהים / huioi theou)

  • De Septuaginta, de Griekse vertaling van het OT uit ca. 3e eeuw v.Chr., vertaalt het als:
    "kata arithmon angelōn theou" – "naar het aantal van de engelen van God"


🧠 Wat betekent dit verschil?

Tekstkritisch:

  • De oudere manuscripten (zoals gevonden in Qumran, bij de Dode Zeerollen) wijzen erop dat "zonen van God"de originele lezing is.

  • De versie met "zonen van Israël" is waarschijnlijk later aangepast, toen Israël al bestond, zodat de tekst beter aansloot bij het Joodse wereldbeeld.

Theologisch:

  • "Zonen van God" kan verwijzen naar hemelse wezens of engelen die verantwoordelijk waren voor de verschillende volken (zie ook Deuteronomium 4:19; Daniël 10).

  • Dan zou de tekst zeggen:
    God verdeelde de volkeren na Babel en gaf elk volk een geestelijk 'bestuur' – behalve Israël, dat Hij Zélf tot Zijn deel maakte (vers 9).


✅ Samenvatting en conclusie

  • Deuteronomium 32:8 zegt in sommige vertalingen "zonen van Israël", maar dat is waarschijnlijk een latere wijziging.

  • De oudste tekstversies zeggen: "zonen van God", wat logisch is binnen de context van Genesis 10–11 (de verdeling van de volken).

  • Israël bestond toen nog niet, dus "zonen van Israël" is historisch anachronistisch.

  • De volgende vers (Deut. 32:9) zegt:

    "Want het deel van de HEERE is Zijn volk; Jakob is het gebied dat Hem toeviel."
    Dat ondersteunt het idee dat God Israël apart hield van de andere volken die door hemelse machten werden bestuurd.

     

Maar wat heeft dit nu te maken met de tegenwoordigheid van al de verschillende religies die er nu zijn in de wereld en de afgoderij? En wat is de rol van het goede nieuws en de grote opdracht van JEZUS CHRISTUS daarin? Is daar een lijn tussen te trekken? Een theologisch en religiehistorisch belangrijk en fascinerend onderwerp, en het antwoord is in veel opzichten: ja, er is een duidelijke lijn te trekken tussen de "zonen van God" (בני אלהים) uit Deuteronomium 32:8 en de goden die later worden geassocieerd met specifieke volken of rijken — zoals de Egyptische, Kanaänitische, Griekse en Mesopotamische goden.

Laten we dit onderbouwen in stappen:


📜 1. "Zonen van God" in Deuteronomium 32:8 – hemelse wezens die heerschappij krijgen over de volken

Zoals eerder besproken, volgens de oudere Hebreeuwse tekst (Dode Zeerollen) zegt Deut. 32:8:

"Hij stelde de grenzen van de volken vast
naar het aantal van de zonen van God."

→ In het oude wereldbeeld van de Bijbel (vooral in boeken als Job, Genesis 6, Psalm 82), zijn de "zonen van God"hemelse wezens die onder God functioneren — vaak ook wel aangeduid als:

  • Elohim (in meervoud, goddelijke wezens)

  • Wachters (zoals in het boek Henoch)

  • Engelen of "heersende machten" (zoals in Daniël 10)


🌍 2. Deze zonen van God krijgen elk een volk toegewezen

Deze gedachte komt ook sterk naar voren in:

📖 Daniël 10:13 en 10:20

  • Hier spreekt een engel over de "vorst van Perzië" en de "vorst van Griekenland" – dat zijn spirituele machten die verbonden zijn met politieke rijken.

  • Ook Michaël, de engel van Israël, wordt genoemd.

➡ Dit versterkt het idee dat elk volk "zijn eigen god" of geestelijke macht had.


🏛️ 3. Deze wezens worden door de volken als "goden" aanbeden

De Bijbel suggereert meerdere keren dat de "goden van de heidenvolken" echte wezens zijn, maar gevallen/heersende machten, niet de ware God:

📖 Deuteronomium 4:19

"...dat u uw ogen niet opheft naar de hemel en de zon, de maan en de sterren... die de HEERE, uw God, aan alle volken onder de hele hemel heeft toebedeeld."

→ De zon en sterren zijn hier symbolisch voor de hemelse machten.

📖 Psalm 82 – een centrale tekst:

God staat in de vergadering van de goden (elohim); te midden van de goden houdt Hij gericht...
Ik heb gezegd: U bent goden, zonen van de Allerhoogste bent u allen, maar u zult sterven als mensen.

→ Hier zie je duidelijk dat de "goden" (elohim) als afvallige hemelwezens worden neergezet die onrecht plegen, en uiteindelijk geoordeeld zullen worden.


🏺 4. Parallellen met niet-bijbelse religies

📌 In andere religies zie je exact hetzelfde patroon:

  • Egypte: elke regio had een eigen god (bv. Ra, Horus, Osiris)

  • Kanaän: Baäl, Asjera, Molech waren lokale en regionale goden

  • Griekenland: elk volk/stad had een patroon-god (bv. Athene, Zeus, Apollon)

  • Babylonië: Marduk werd als nationale god van Babylon vereerd

  • Romeins rijk: er was een pantheon met beschermgoden per natie en stad

→ De gedachte van “territoriale goden” komt dus overal terug, en past naadloos in het wereldbeeld van Deuteronomium 32 en Daniël 10.


🧩 5. De unieke positie van Israël

Het Bijbelse verhaal maakt één punt heel scherp:

Alle volken kregen een hemelse vorst of ‘god’, maar:

📖 Deuteronomium 32:9

"Want het deel van de HEERE is Zijn volk; Jakob is het gebied dat Hem toeviel."

➡ Israël wordt direct door JHWH geleid, niet via een ondergod of boodschapper.


✅ Conclusie

Ja, er is een duidelijke lijn te trekken:

  • De "zonen van God" in Deuteronomium 32:8 zijn hemelse wezens of machten die door God werden aangesteld over de volken.

  • Deze wezens werden later als ‘goden’ aanbeden door die volken — denk aan de goden van Egypte, Kanaän, Griekenland, etc.

  • De Bijbel erkent hun bestaan als geestelijke machten, maar veroordeelt hun afvalligheid (Psalm 82) en stelt dat alleen JHWH de ware God is.

  • Israël is het enige volk dat rechtstreeks onder Gods eigen bestuur valt.

Terug naar blog